squadronpatch
top

De Havilland mosquito

De Mosquito was een bijzonder toestel. Het was bijna helemaal van hout gemaakt en daardoor erg licht, snel en wendbaar. Het prototype vloog voor het eerst op 25 november 1940 en al snel daarna werd het vliegtuig in productie genomen. De Mosquito werd voor allerlei doeleinden gebruikt.

Uitgerust met vier stuks 7,7 mm machinegeweren in de neus en daaronder vier 20 mm kanonnen werd het toestel veelvuldig gebruikt als (nacht) jager, ook werd het toestel uitgerust met camera’s aan boord gebruikt als foto verkenningsvliegtuig, en er was een jachtbommenwerper, en bommenwerperversie van het toestel zonder defensieve bewapening.

Van dit type, de Mosquito B mk IV is er in de nacht van 27/28 mei 1943 om 1.54 uur een geëxplodeerd boven en de brokstukken over een groot gebied verspreid neergekomen achter het dorp. Het toestel en haar bemanning behoorde toe aan het 109 RAF Pathfinder Squadron. Het was voorzien van de letters HS = 109 squadron. En de letter N van het betreffende toestel. Registratie code DZ 432.

De bemanning van het toestel bestond uit 2 personen. De piloot en daarbij zijn navigator en deze persoon was tevens bommenrichter, radio-operator en in de Mosquito uitgerust met "OBOE"  kwam de bediening van deze speciale apparatuur ook voor rekening van de navigator. De piloot zat links in de cockpit en de navigator aan de rechterkant iets naar achter geplaatst naast hem. Naast de piloot, vlak voor de voeten van de navigator zat het luik waardoor men in het vliegtuig klom, en in geval van nood het toestel ook moest verlaten. Voorin de glazen neus van het vliegtuig zat normaal gesproken de instrumenten voor het richten van de bommen maar in de Mosquito uitgerust met "Oboe" zat op die plaats de speciale apparatuur.

De technische specificaties van de Bomber mk IV:het toestel in de kleuren van het 109e R.A.F squadron

            

Spanwijdte: 16,48 meter.        

Lengte:  12,34 meter.            

Hoogte:    3,81 meter.        

Top snelheid: 615 km/h.          

Actieradius : 2250 kilometer.

Maximum hoogte: 11000 meter.

 

Aandrijving: twee Rolls Royce Merlin XXI vloeistof gekoelde V 12 motoren met elk 1460 pk.

Rolls Royce merlin motor

    Squadron en missie.

Het 109e R.A.F squadron dat tussen December 1942 en Juli 1943 opereerde vanaf Vliegbases Wyton in midden Engeland.Waar het toestel opsteeg in de avond van de 27e mei om deel uit te maken van een bombardementsvlucht met in totaal 518 vliegtuigen bestaand uit 274 Lancasters, 151 Halifaxes, 81 Wellingtons en 12 Mosquito's. Het doel die nacht was o.a de stad Essen in het Ruhrgebied. In totaal keerden die nacht 23 vliegtuigen niet terug naar hun bases in Engeland 11 Halifaxes, 6 Lancasters, 5 Wellingtons en 1 Mosquito. De missie van dit toestel eindigde die bewuste nacht dus boven het dorpje  Bleskensgraaf. Het weer boven het doel was die nacht bewolkt. De missie was dan ook geen groot succes, alhoewel de Engelse media natuurlijk anders beweerde (persbericht). De bommen kwamen verspreid over een zeer groot gebied neer. De Mosquito's die aan de aanval deelnamen hadden een bijzondere taak. Zij waren verantwoordelijk voor het markeren van het doel dit deden zij met behulp van het zogenaamde "OBOE" radar systeem. Dit was een nieuw systeem dat eind 1942 voor het eerst werd gebruikt en wat de bemanningen in staat stelde om zeer nauwkeurig het doel te markeren met zogenaamde TI Bommen (target Indicators).

Een wonderapparaat, OBOE geheten.

De apparatuur ingebouwd in de krappe cockpit van het toestelHet instrument OBOE, dat in 1942 beschikbaar kwam, had een beperkte reikwijdte, maar zijn precisie was echter fenomenaal. Het nieuwe apparaat kon de afstand naar een voorwerp zeer nauwkeurig meten. Die nauwkeurigheid verminderde niet als de afstand groter werd. Hiervoor werden twee radarachtige zenders ingeschakeld, die ononderbroken pulsen naar het vliegtuig zonden. Het ene stond in Dover opgesteld; het andere in de buurt van Cromer.
De impulsen van deze zenders stelden een speciale zender aan boord van het toestel in werking, dat van zijn kant met eigen pulsen antwoordde. Door meting volgens de normale radarmethode van de afstand tussen de eerste zender en het vliegtuig was het mogelijk om de piloot per radio te instrueren om via een straalvormige koers, met de zender in Dover als middelpunt, aan te vliegen op zijn doel. Ook het tweede zendstation bij Cromer zond uit en ontving op zijn beurt pulsen van een tweede zender aan boord van het vliegtuig. Daardoor was dit grondstation in staat de positie van het toestel te volgen terwijl het de door Dover gecontroleerde koers volgde. Zodra de zender Cromer zag dat het toestel zich boven het berekende bombardementsdoel bevond, werd het signaal "bommen los" overgeseind. De door OBOE bereikte trefzekerheid lag in de orde van grote van 200 meter van het doel. De maximale reikwijdte, die bepaald werd door de aardkromming en de vlieghoogte van het toestel, bedroeg 432 kilometer van het verst verwijderde grondstation wanneer het toestel op een hoogte van circa 8500 meter vloog. Daarmee werd het hele Ruhrgebied bestreken, hoewel maar weinig andere doelen in Duitsland aangevallen konden worden zolang de zenders in Engeland stonden. Een andere beperking van dit apparaat was, dat elk paar grondstations maar één toestel tegelijk kon aansturen. Omdat voor iedere vlucht naar een doel voor de zogenaamde "bombrun" ongeveer tien minuten nodig waren, bleef het aantal bestuurde vliegtuigen per stel zenders beperkt tot zes per uur. Deze factor maakte het noodzakelijk, de toepassing van OBOE te beperken tot de Pathfinder-vloot. Binnen deze eenheid werd het instrument ingebouwd in de hoogvliegende Mosquito’s.

De DZ-432, het toestel dat achter Bleskensgraaf neerstortte, was de eerste Mosquito met deze apparatuur uitgerust die boven vijandelijk gebied werd neergeschoten. De apparatuur was verbonden met een springlading deze moest ontploffen als het toestel verloren ging, omdat men in geen geval wilde dat deze geheime apparatuur in handen van de vijand viel.

Home

© 2007. mosquitocrash.com

 

 

Meer informatie over:

Het bombardement op Bleskensgraaf vroeg in de morgen van zondag 12 mei 1940

Een wapendropping in 1945 in een weiland achter Bleskensgraaf

De Avro Lancaster ND 559 GT-J die op 22 mei 1944 neerkwam in Molenaarsgraaf

De Halifax die neerkwam in de Lek bij Jaarsveld